Het Haagse college van burgemeester en wethouders verwerpt de beschuldiging van pestgedrag richting twee ondernemers aan de Hoytemastraat. De kritiek kwam van de partij Hart voor Den Haag, die het gemeentelijke beleid rond de kiosken in de wijk Benoordenhout aan de kaak stelde.

Aanleiding voor de commotie is het optreden van de gemeentelijke handhaving tegen twee kiosken op het plein aan de Hoytemastraat. Volgens Hart voor Den Haag worden de ondernemers geconfronteerd met "een bizar handhavingstraject" vanwege een afdakje "dat al zeker twintig jaar" aanwezig zou zijn. Fractievoorzitter Richard de Mos spreekt van "ondernemertje pesten van de bovenste plank". Hij eist dat het college de handhavingsactie onmiddellijk staakt. "Het is onbestaanbaar dat je kioskhouders met dit soort onzinnige pietluttigheden op kosten jaagt voor iets dat al twintig jaar staat. Dat moet per direct stoppen", aldus De Mos.

In een brief aan de gemeenteraad stelt het college daartegenover dat sinds de invoering van het nieuwe kioskenbeleid exploitanten eerst vijf jaar de tijd hebben gekregen om hun kiosken te legaliseren en aan de regels te laten voldoen. "Pas daarna volgt handhaving door de Haagse Pandbrigade voor kiosken zonder vergunningen of bij afwijkingen van verleende vergunningen." Hoe lang een niet-vergund afdakje al aanwezig is, doet daarbij volgens het college niet ter zake.

Onwenselijk

Het stopzetten van de handhaving aan de Hoytemastraat zou volgens burgemeester en wethouders bovendien oneerlijk zijn tegenover andere kioskexploitanten die hun situatie de afgelopen jaren wel hebben aangepast. "Bijna allen van de circa 170 kioskhouders binnen het project hebben hun kiosken keurig op orde gemaakt en enkelen zijn daar nog mee bezig. Nu vrijwel alle kioskhouders wel de benodigde kosten hebben gemaakt voor vergunningen en aangepaste huurcontracten voor grondgebruik, is het vanuit een rechtsgelijke behandeling onwenselijk dat een deel het wel op orde maakt en een ander deel niet. In dit geval zijn en worden de exploitanten ruim in de gelegenheid gesteld om de afdaken te legaliseren."